Douwe van den Ende, marine researcher bij Wageningen University & research : ‘Vanuit de ruimte zie je schelpdierbanken veranderen’
‘Een aantal weken per jaar ga ik op pad voor veldonderzoek. Dan vind je me vooral in het Waddengebied. Het is prachtig werk, maar af en toe ook best zwaar. Vooral dichtbij de Friese kust. Je loopt daar over slikkige grond, soms met forse tegenwind. Dan kom je bijna niet vooruit. Maar eenmaal terug aan boord van de boot is het nagenieten. En de gegevens verwerken, natuurlijk.
‘In het Waddengebied en in Zeeland breng ik elk jaar in kaart hoeveel mossel- en oesterbanken er zijn. Daarna maken we een bestandschatting door gericht in de banken monsters te nemen. Dit gebeurt als onderdeel van de Wettelijke Onderzoekstaken Visserij die we uitvoeren in opdracht van het ministerie van LNV. Op basis van onze schatting wordt onder andere gekeken of de Natura 2000 instandhoudingsdoelstellingen gehaald worden. Daarnaast worden de getallen gebruikt ter ondersteuning van het visserijbeleid en het vaststellen van visserijquota.
‘Ik nam dit jaarlijkse terugkerende onderzoek over van een oude rot in het vak. Hij bereidde zijn veldonderzoek altijd voor met handgetekende kaarten, die werden gemaakt vanuit een sportvliegtuigje. Ik dacht: dat moet ook anders kunnen. In mijn zoektocht naar alternatieven kwam ik al vrij snel uit bij het Satellietdataportaal. Dat is ongeveer tien jaar geleden, dus ik ben een gebruiker van het eerste uur.
‘Voordat ik het veld in ga, raadpleeg ik eerst beelden van de omgeving op het Satellietdataportaal. Die geven een indicatie van veranderingen op het wad. Elk jaar kunnen nieuwe schelpdierbanken ontstaan of juist verdwijnen door winterstormen en kruiend ijs. Naast de optische data, is de radardata voor mij heel belangrijk. Op radarbeelden kun je schelpdierbanken goed zien. Voordeel van radarmetingen is bovendien dat je niet afhankelijk bent van mooi weer. Want eerlijk is eerlijk: er zijn maar heel weinig satellietbeelden waarop géén wolken staan én het laagwater is.
‘Speciaal voor ons schreven Anton Vrieling en Eddy Westinga van de TU Twente een script voor Google Earth Engine. Dit automatische programma kan satellietbeelden uit een bepaalde periode stapelen. Als ik door de beelden heen scroll, zie ik aan de contouren van de banken hoe ze tussen het najaar en voorjaar zijn veranderd.
‘Na een eerste verkenning met beelden vanuit de ruimte, ga ik samen met mijn collega’s, op veldonderzoek. We lopen om de schelpdierbanken heen en zetten met behulp van satellietnavigatie way points neer bij de grenzen ervan. Met behulp van QGIS tekenen we zo heel nauwkeurig de nieuwe contouren in op de kaart. Ter plekke beschrijven we de samenstelling, dichtheid en een aantal andere veldkenmerken. Naast satellietgegevens, blijven de aantekeningen die we in het veld maken heel belangrijk.
‘De komst van het Satellietdataportaal heeft mijn werk aanzienlijk makkelijker gemaakt. Ik gebruik de satellietbeelden wekelijks en tijdens het veldwerk zelfs dagelijks. Of dat ook had gekund zonder het Satellietdataportaal? Dat denk ik niet. Elke organisatie, wij dus ook, zou zelf beelden moeten inkopen. Dat is erg kostbaar. Dat de overheid de beelden centraal inkoopt, maakt het voor heel veel verschillende instanties mogelijk om ermee te werken.’